oesterzwammen
Heb jij een lekker recept voor een pasta? vraagt Cherrol.
Cherrol haar crazy Antilliaanse schoonmaak-co-worker in de hoge kantoortoren houdt van lekker eten en hij heeft altijd honger. Hij weet precies waar de gezamenlijke dropjespot van de secretaresses staat, of er iemand jarig is geweest en er vlaai over is. Snack-honger, terwijl hij erg op zijn lijn let en dikke mannen niet aantrekkelijk vind. Voor de seks dan, zegt hij. Voor de seks vind hij dikke mannen niet aantrekkelijk.
Hoe kan jij nu dik worden, zegt Anna. Je poetst meer dan zes uur per dag en je gaat naar de sportschool.
’s Avonds als ik thuis ben, een zak chips, die heb ik zo op. Een hele zak chips!
Er zijn broodjes over op 6, zegt Anna.
En je hebt ze niet meegenomen?
Ik kon ze niet nemen, want er wordt nog vergaderd, zegt Anna.
Straks zijn we te laat, dan zijn de dames van de catering al langs geweest om ze op te ruimen, zegt Cherrol.
Cherrol kent iedereen, de catering, het schoonmaakpersoneel, de voorwerksters, de bazin. Hij kent hun namen, hun nationaliteiten en hun eigenaardigheden. Cherrol heeft humor, is streetwise, ter taal – of zoals hij zelf zegt: Ik scheld gewoon iedereen uit! – hij is sensitief, intelligent – of zoals hij zelf zegt: Ik ben toch geen domme neger! – hij is zorgzaam, zoekt voortdurend de grenzen op.
Hij laat haar zien hoe ze moet poetsen, lacht als Anna door onhandigheid haar stofzuiger kapot maakt of haar kar laat omkiepen omdat hij topzwaar geladen is.
Je gaat me nog missen, zegt Anna, als Cherrol haar weer eens heeft laten schrikken. Het is zijn geliefde bezigheid; haar laten schrikken als ze zich alleen waant op de grote verlaten kantooretages. Je gaat me nog missen, zegt Anna, wie ga je nu aan het schrikken maken?
Ik ga je zeker missen, lacht Cherrol.
Cherrol heeft een nieuwe baan gevonden bij een concurrerend schoonmaakbedrijf. Het zal saai worden in de toren, denkt Anna.
Witney, de dolende voorwerkster, klopt aan op de deur van haar etage. Ik wil met je praten, zegt ze. Cherrol is weg, je moet niet alles geloven wat hij zegt. Hij zegt lelijke dingen over me.
Cherrol is weg en ik blijf, zegt Anna.
Oh, zegt Witney opgelucht, dan ga ik nu gelijk controleren of je goed gepoetst heb en ze neemt haar notitieboekje in de hand.
Die moeite kan je je besparen, zegt Anna, ik kan het zo ook voor je opschrijven waar nog stof ligt. Dit is de vieze etage, hij wordt elke keer wat beter schoon. Ik heb niet genoeg tijd.
Oh, zegt Witney en neemt de plumeau en maakt een rondje langs alle bureaus. Er ligt inderdaad nog stof.
We denken erover om je een half uur extra te geven, zegt ze.
En de stofzuiger is kapot, zegt Anna.
Oh, zegt Witney, je kan altijd bij me terecht als er iets is, maar een nieuwe stofzuiger heb ik niet voor je.
anna