De intercedente belt. Ze heeft werk in een bouwkeet. Kantoren poetsen en de lunch verzorgen. Van 7 uur ’s ochtends tot een uur of 1 uur, half twee. Met haar werk in het ziekenhuis komt dat op een totaal van tien uur poetsen per dag.
Doe ik wel, denkt Anna. Het is maar voor twee weken.
De functieomschrijving voor de lunch omvat: niet te beroerd zijn om een eitje te bakken en een blikje knakworstjes op te warmen. Eitje bakken en knakworstjes opwarmen, hoe moeilijk kan dat zijn, denkt Anna.
Maar Merie wiens werk ze tijdelijk gaat overnemen is een waar kooktalent. Ze heeft er plezier in om van de lunch een verrassing te maken. Spek met ei, chili, broodjes gezond met kipfilet, pannenkoeken, een soepje, alles vers gemaakt en niet uit een pakje.
Wat is er voor lekkers vandaag, komen de mannen in het keukentje aan haar vragen.
Oei, denkt Anna, met wat knakworstjes opwarmen komt ze er niet. Ze vraagt aan de receptioniste – die op koolhydraten-arm dieet is en haar eigen eten meeneemt; een salade met parmezaanse kaas en heel veel dressing, want ze houdt niet salade maar mag wel vetten eten en verbaast zich waarom ze toch niet afvalt – om hulp. Wat kookt Merie zoal, vraagt ze aan haar. Waar houden ze van?
Jacqueline, de receptioniste haalt haar schouders op. Ze vindt dat Anna dat maar zelf moet uitpuzzelen. Wat Anna ook probeert, ze krijgt niet echt contact met Jacqueline. Gewone smalltalk: En hoe was je weekend? Wat heb je vandaag voor eten meegenomen? Goed geslapen vannacht? leidt niet echt tot een gesprekje van meer dan twee zinnen.
Het komt wellicht omdat Anna geen wasmachine heeft thuis en Jacqueline in het weekend de handdoeken en doekjes voor haar wast. Het is niet alleen vanwege de wasmachine dat Jacqueline haar vreemd vind. Anna heeft ook een hekel aan de afwasmachine en wast de koffie-kopjes liever met de hand dan in het apparaat. Gaat net zo snel, zegt ze tegen Jacqueline.
Dat zit tussen je oren, antwoordt ze.
Alleen na de lunch gebruikt ze de afwasmachine omdat de mannen – er zijn niet zoveel vrouwen – hun kopjes, bordje en bestek zelf naar het keukentje brengen en in de machine zetten en Anna deze aangeleerde gewoonte voor Merie niet wil verpesten.
Naast de afwasmachine is er een magnetron en een combi-oven. De schilder heeft het wel eens geprobeerd om haar een oventje te schenken voor haar verjaardag, maar Anna vindt keukengereedschap geen geschikt verjaardagsgeschenk en zo heeft ze geen oven en magnetron in huis, ook wel omdat ze een hekel aan keukenapparaten heeft en geen bijzondere interesse in koken bezit.
Alle reden voor Jacqueline om haar raar te vinden. Van de magnetron besluit ze dat ze die in het keukentje niet nodig heeft en hoe de combi-oven werkt heeft Merie uitgelegd.
Naja, de instelling voor de afbakbroodjes weet ze. Temperatuur 220 graden en tijd tweemaal vier minuten, tussendoor broodjes omdraaien en oppassen vingers niet verbranden.
En zo wordt haar lunchspecialiteit; belegde afbakbroodjes met iets lekkers. Op de laatste dag dan, eerst probeert ze nog van alles anders uit, zoals kippenragout…
anna