Ze zeggen wel eens dat een schrijver zijn inspiratie haalt uit tegenslag in zijn leven. En dan nog erger de dooddoener dat je van tegenslag sterker wordt. Dat kan allemaal wel zo zijn maar degenen die dit beweren en opschrijven lijken te vergeten dat die schrijver die tegenslag wel eerst fysiek en mentaal in real life ondergaat, daarna maar moet zien hoe zij of hij weer opkrabbelt en hè, goh iets moois op papier zet.
Dat hele proces van ‘inspiratie opdoen’ is van au en niet prettig. Dus of Anna schrijver is geworden omdat ze zo goed kan schrijven of omdat ze zo vaak met de neus tegen een gesloten deur botst, ze weet het niet.
Anna heeft een probleem – ze heeft er wel meer – maar dit is een heel onhandig probleem. Anna heeft een aan- en een uitknop. Als de aan-knop uitstaat kan Anna niet praten, dat zit ze in haar schrijversmode en dan kan ze wel schrijven maar niet praten. Praten en schrijven verschillen nogal van elkaar en die twee moet je ook niet met elkaar verwarren. En als er van je verwacht wordt om spontaan te praten en interactie te hebben met je publiek dan is het heel onhandig als je in je introverte schrijversmode zit.
Laat dit nou net gebeurd zijn op Anna’s eerste les introductie in de Kunstgeschiedenis. De aanknop stond uit en ging ondanks alle voorbereidingen en kaarsjes aansteken dat het nu toch net niet bij de eerste les zou gebeuren niet meer aan. Resultaat boze klanten en einde verhaal. De lessen zullen vanaf volgende week door een andere docent gegeven worden. Wat een bron van inspiratie weer deze belevenis.
Maar terwijl ze het huis van haar moeder aan het poetsen is in voorbereiding op de Open Huizendag komen er mailtjes binnen over de column-wedstrijd in het kader van de start van de Maand van de Geschiedenis, een verlate melding dat Anna’s inzending tot de genomineerden behoord.
Dat de Anna verhalen fictie zijn, zegt een van de jury-leden.
Ja natuurlijk is het fictie, in de zin van dat je van een individuele persoonlijke ervaring een verhaal maakt. Maar de ervaring is er eerst en dan pas de ‘fictie’.
Ze zal haar winnende column – plek 1, 2 of drie, dat maakt niet zoveel uit – morgen voorlezen in Centre Céramique Maastricht en maandag zal hij in de krant verschijnen.
Anna gaat langs bij haar moeder in het verzorgingscentrum.
Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws, zegt ze.
Oh ja, heb je ook slecht nieuws, zegt de moeder.
Dat ze als juf in de voetsporen van haar moeder zal treden zit er waarschijnlijk niet in. Dat Anna’s column over haar ouderlijk huis maandag in de krant staat tovert a big smile op haar moeders gezicht. Want voor wie het nog niet weet. Anna’s moeder was niet alleen een erg goede lerares, maar ze kon ook nog eens heel erg goed schrijven. Zeker veel meegemaakt in haar leven.
anna