Aan de grens. Zo heet het huis uit haar jeugd, Anna. Een voormalig pension in een villawijk in Beek, gelegen aan de Romeinse heerweg naar Tudderen en vernoemd naar de Keutelbeek die door het dorp stroomt. Keutel in de betekenis van klein. Een kleine doorwaadbare waterloop aan de rand van een Mariabos, dat is de plek waar ze opgroeit. In een villa, omdat de vader het grote gezin van twaalf kinderen moet huisvesten en niet meer in de nabij gelegen mijnkolonie wil wonen. Hij is mijnwerker, werkt zich op tot directeur van een plasticfabriek en wil voor zijn kinderen een betere toekomst.
Na haar jeugd in het dorp aan de beek en na vele omzwervingen is ze stadsgids geworden, ze wandelt door de stad en vertelt verhalen.
Wanneer en waarom is dat begonnen, die behoefte om elkaar verhalen te vertellen?
anna