Een shanty-town voor de ontheemde mens…
Op de cover van het boek Zing Anna, zing is de maquette te zien geïnspireerd op het drenkelingenhuisje op het strand van Terschelling waar in het verleden aangespoelde drenkelingen op verhaal konden komen, schone kleren aantrekken, wat eten en uitrusten. Aan de zijkant van het huisje hing een wegwijzer in de vorm van een handje dat de drenkeling de weg wees naar de stad.
Er zijn momenten in het leven dat je jezelf zo’n drenkeling die beschutting zoekt kan voelen. Het wegwijzertje in de vorm van een handje ontbreekt alleen. Je kan de weg kwijt zijn in het leven ondanks dat je situatie een luxeprobleem lijkt, vergeleken met de moderne drenkelingen, de miljoenen mensen in de eenentwintigste eeuw die niet meer op de plek wonen waar ze geboren zijn en in vrijwillige of onvrijwillige exile leven.
Wat is een shanty? vraagt het kind
In de roman Zing Anna, zing, besluit fotograaf Anna dat het na twintig jaar theatervormgeving en fotografie tijd is voor iets nieuws.
Ze wil de belofte en de droom van haar jeugd waarmaken. Welke belofte heeft de extreem introverte en hooggevoelige Anna in de steek gelaten? De belofte om schrijver te worden. Op haar twintigste leest ze het boek: Hawke de schrijver. Bij het opruimen van de zolder van haar moeders huis vindt ze het terug. Het is een dik boek. Ze herinnert zich nog hoe jammer ze het vond dat het uit was. Het gaat over een man die naar New York verhuist om schrijver te worden. Er gebeurt niet veel in het boek, behalve de manische drive van een man die een succesvol schrijver wil worden.
In New York, London, Brussel en Milaan, de uitgebreide theaterscene van haar werk leert ze kunstenaars en ander mondain volk kennen zoals de populaire vrouwenversierder die ze consequent ‘de schilder’ noemt.
Anna, een solist, het liefst alleen met haar gedachten loopt in de buitenwereld de nodige klappen op. In een poging de chaos in haar hoofd te ordenen kiest ze voor de wetenschap en schrijft een promotievoorstel. Een ongeval en een langdurige revalidatie onderbreken dit plan.
Ze raakt steeds verder van zichzelf vervreemd. Haar leven en het romanpersonage Anna vallen samen net als haar onderzoek en ze wordt haar eigen case-study. Via haar onderzoek probeert Anna de weg terug te vinden en haar verloren geraakte identiteit te herstellen.
Wat is een shanty? vraagt het kind
Het cultiveren van voice – de kracht voor het spreken voor zichzelf – is een voorwaarde voor volwassenheid, want totdat je je eigen stem gevonden hebt, kan je niet aarden en jezelf niet hoorbaar maken, zegt Jill Ker Conway in When Memory Speaks. Exploring de Art of Autobiography.
Als het cultiveren van voice zo belangrijk is, wat gebeurt er dan als er een probleem is met het kenbaar maken van de innerlijke conversatie? Wat gebeurt er als er geen woorden ter beschikking zijn om de innerlijke plot te herinneren?
In de romanvorm, in de derde persoon enkelvoud geschreven, kan de schrijver meer afstand bewaren tussen de volwassen ik en het kinderlijke ik. Zonder de minste gêne schildert de schrijver een portret van een vrouw die aan onzekerheid en destructiedrang lijdt.
Het genre van de autobiografie van de kinderjaren is uniek, zegt Eric de Kuyper omdat het de schrijver de kans geeft een universum van banaliteiten te evoceren. In geen enkel ander genre is het triviale zo’n centraal gegeven, ook niet in de gewone autobiografie.
De schrijver Anna kiest voor de roman als een soort list. Ze wil haar verleden beschrijven, maar wil het niet nog eens beleven. De roman maakt het mogelijk om een therapeutische afstand tot stand te brengen. Maakt het iets uit of het een autobiografie is of een roman? Voor de schrijver natuurlijk wel. Anna noemt haar autobiografie a real life soap. Het is een psychologische roman gebaseerd op biografische gebeurtenissen.
Ze heeft haar problemen ‘artistiek overwonnen’ en gebruikt daar literaire middelen voor.
Waarom is het zo klein?
‘Mag ik het boek hebben?’ vraagt Anna aan de moeder.
‘Mag ik het eerst zelf lezen,’ antwoordt ze bozig.
Een paar weken later vraagt Anna wat de moeder van het boek vindt.
‘Ik ben erin gestopt,’ zegt ze verontwaardigd, ‘er gebeurt helemaal niets in. Halverwege het boek zit hij nog steeds in het hotel te praten.’
De moeder heeft gelijk, er gebeurt niets in het boek. Het gaat over een man die schrijver wil worden en in die wens zichzelf vernietigd. Op het eind van het boek sterft hij aan uitputting en zelfverwaarlozing.
En terwijl Anna aan haar studie begint en een boek schrijft waarin helemaal niets gebeurt, begint ze steeds meer op schrijver Hawke te lijken.
Met haar onconventionele manier van denken en hoge mate van eigenheid slaagt fotografe Anna – de vrouw die eeuwig kind gebleven lijkt – er moeilijk in zich een plek te veroveren in de dagelijkse wereld. Ze voelt zich een loner, een buitenstaander, een Einzelgänger.
Auteur Eakin beschrijft in zijn boek Living Autobiographically. How we create identity in narrative, dat mensen autobiografisch leven en via het verhaal identiteit creëren. Hij zegt dat de voorwaarden in onze cultuur om een persoon te zijn, een identiteit te hebben is dat je de waarheid vertelt in je life story. Hij ziet de autobiografie niet alleen als een literair genre maar ook als een integraal onderdeel van het proces van identiteit vorming. De waarheid vertellen is een noodzakelijke voorwaarde hierbij.
Margie Lachman die onderzoek doet naar geheugen en de volwassen persoonlijkheid, zegt dat geheugen een manier is waarop je door het leven reist, geleid door een innerlijk levensplot. Dat plot, dat verhaal wordt voor een deel gecreëerd door familie, een deel via internalisatie van bredere sociale normen, een deel door de functies van je verbeelding en de eigen capaciteit tot inzicht in jezelf.
Meestal wordt in de biografie benadrukt dat ze een zo getrouw mogelijke weergave is van de werkelijkheid, schrijft Eric de Kuyper in Het Teruggevonden Kind.
Wat betekent het als je de wereld bekijkt als een kind? En waarom doet een schrijver dat in een roman? Een roman heeft geen behoefte aan een zo getrouw mogelijke weergave van de werkelijkheid.
Kuyper denkt dat een schrijver voor deze vorm kiest wanneer er in de kinderjaren sprake geweest is van een trauma. De afstand die de roman schept maakt het de schrijver mogelijk om zich deze periode te herinneren. Psychiater Kopland zegt dat veel van zijn patiënten hartstochtelijk terugverlangen naar de vroegere veilige symbiotische relatie uit de allervroegste kindertijd.
De wereld van het kind is autonoom. Het triviale is er meester. Het is een wereld waarin concrete, kleine gegevens van doorslaggevende betekenis zijn. Zing Anna, zing is geschreven vanuit het geheugen van de wereld van het kind. Een kinderlijke vorm van waarnemen is de verwoording van de verwondering – wat het wezenlijke van het kinderlijke is – die de schrijver tot in volwassenheid heeft weten te bewaren. De opeenvolging van triviale details past niet in de klassieke roman. Voor het verhaal hebben ze geen betekenis maar wel voor het denkproces, ze zijn geen noodzakelijke schakel in de gedachtegang van de schrijver, die alles vanuit associaties laat ontstaan en groeien.